1896-1996

Honderd jaar in vogelvlucht

U bladert door de inhoud van het boekje met de hoofdstuk indeling hieronder.

 

100 jaar jong: muziekvereniging De Scheldezonen.

Dit is een vereniging om trots op te zijn: met een bestuur bestaande uit mensen die hun verantwoordelijk-heden kennen, en weten waar ze mee bezig zijn, met een activiteitencomité dat het bestuur op een praktische manier ondersteunt en dat stimulerend zijn uitstraling heeft naar de leden van de vereniging. Daarnaast ervaren we veel steun en sympathie van de gemeenschap door middel van donaties, sponsoring en goodwill.

Dit is een uitgesproken kans om mijn voorgangers te bedanken voor alles wat ze voor deze vereniging hebben gedaan en betekend. Daarnaast ook alle leden, oud-leden en ere-leden die samen deze vereniging hebben gevormd. Tot slot wil ik het activiteitencomité, het feestcomité en de samenstellers van dit historisch overzicht hartelijk danken voor het vele werk dat ze hebben verricht om de viering van het 100-jarig jubileum tot iets bijzonders te maken.

In de nabije toekomst staan ons nog grote veranderingen en uitdagingen te wachten, met name door de gemeentelijke herindeling. Wat zal er dan gebeuren met het subsidiebeleid? Wat zal dan onze plaats in de gemeenschap zijn? Ongetwijfeld zullen we daar samen ook weer onze antwoorden op vinden.
Iedereen van harte gefeliciteerd met dit jubileum en veel succes in alles wat u onderneemt.

Sjaak Joosen,
voorzitter
mei 1996

 


Fanfare-Harmonie

Op 26 mei 1896 werd de eerste muziekvereniging in Hoogerheide opgericht onder de naam Stichting Fanfare De Scheldezonen. Als oprichters zijn bekend: W.J. Melsen, J.B. Soffers, J. Soffers en J. Verdult. Het eerste dagelijks bestuur bestond uit: W.J. Melsen (president), L.S. Soffers (vice-president), J.B. Soffers (secretaris-penningmeester), F. Groffen (commissaris) en J. W. van de Kerkhof (commissaris). Volgens een foto uit 1904 bestond de fanfare toen uit ongeveer dertig “werkende leden” en vijf leerlingen. Er werd wekelijks op zaterdag, en later op maandagavond, gerepeteerd in de Harmonie- zaal bij Verschuren in de Raadhuisstraat. De leerlingen kregen les op zondagmorgen, na de mis.

De eerste “directeur”  (dirigent) van de fanfare was W. Olieslagers, kapelmeester van een militair muziekkorps te Bergen op Zoom en van een fanfare te Halsteren. Hij kwam steeds te voet naar Hoogerheide. Na de repetitie bracht een van de leden hem dan per hondekar weer naar huis. Tenslotte werd hem door het bestuur een fiets aangeboden. In 1897 ontving de fanfare voor het eerst een gemeentelijke subsidie, na rijp beraad vastgesteld op ƒ40,= per jaar. Omdat verder geen gelden beschikbaar werden gesteld door gemeente of kerkbestuur, moesten voor aanschaf van instrumenten andere middelen worden aangewend. In 1898 werden daarom bewijzen van aandeel uitgegeven, ter waarde van vijf gulden per stuk.

Al sinds 1924 wordt door de fanfare deelgenomen aan “vrije concoursen” die na 1947 werden vervangen door de bondsconcoursen.  In het begin van de jaren ’20 promoveerde de fanfare naar de afdeling uitmuntendheid. In de loop van de jaren ’30 werd zelfs in de superieure afdeling uitgekomen. Het vervoer naar de concoursen elders in West-Brabant ging in die tijd nog per fiets, huifkar of vrachtwagen met zeildoekover-kapping. Postduiven werden ingezet om het thuisfront zo snel mogelijk te informeren over het resultaat.

Bij het 30-jarig bestaan, dat in 1927 werd gevierd, bestond de fanfare uit zo’n vijfendertig leden. Ter gelegenheid van dit jubileum werd door dertig muziekkorpsen, dus zo’n duizend (!) muzikanten, een feestmars ten gehore gebracht voor het Raadhuis. In 1934 werd op een concours in Roosendaal deelgenomen in de superieure afdeling. Men behaalde hier onder leiding van dirigent H. Segers een ruime eerste prijs met lof van de jury. Dit was reden voor een rondwandeling door het dorp, en een feestelijke bijeenkomst in het clublokaal bij Verschuren. Daar werd de fanfare toegesproken door burgemeester Rubert, tevens ere-voorzitter van het korps. In juni 1937 vierde de fanfare het 40-jarig jubileum, omdat men er toen nog vanuit ging dat de oprichting in 1897 had plaatsgevonden. Veel later ontdekte men dat de fanfare reeds in 1896 werd opgericht.

Om zich niet te hoeven aansluiten bij de nationaal-socialistische “Kulturkammer”, lagen alle Nederlandse muziekverenigingen stil tijdens de bezetting, zo ook De Scheldezonen. De instrumenten werden opgeëist door de bezetter, die het koper nodig had. Enkele oude instrumenten werden inderdaad ingeleverd, maar het merendeel werd verborgen gehouden. De fanfare kwam uiteindelijk zwaar beschadigd uit de strijd tevoorschijn. Naast een aantal instrumenten, waren ook het archief en het vaandel verloren gegaan. In de bevrijdingsoptocht was de fanfare weer present, hoewel slechts met zeven instrumenten. Binnen korte tijd werden twaalf instrumenten hersteld, en konden bovendien acht instrumenten en twee trommels worden aangekocht. De financiering hiervan kon plaatsvinden dankzij een krediet van drieduizend gulden, verleend door de Maatschappij tot Financiering van het Nationaal Herstel vanwege geleden oorlogsschade. Al snel na de bevrijding bloeide het gemeenschapsleven weer op. In augustus 1946 werd door de fanfare al weer deelgenomen aan een concours: men behaalde een tweede prijs, in de eerste afdeling. In dat jaar werd ook een afdeling toneel opgericht, enige maanden later gevolgd door de oprichting van een zangafdeling. Dit alles onder voorzitterschap van de heer Th. Jacobs, die door de leden was gekozen tot opvolger van de heer E. Verrest.

Na de oorlog werd door leden van De Scheldezonen in feite de carnavals-traditie in Hoogerheide opgezet, door verkiezing van een prins en nar, met ‘t “Ouw Aremenieke” als hofkapel. Het vijftigjarig jubileum, in mei 1947, werd uitbundig gevierd: twee dagen lang hingen in het dorp de vlaggen uit, er was een grote kermis en er werden concerten gegeven door bijna twintig verenigingen. Dit alles in aanwezigheid van o.a. beschermheer en - vrouwe Graaf en Gravin de Chambure Cuypers en burgemeester en ere-voorzitter L.J.A. Mazairac.

Sinds januari 1947 was de fanfare aangesloten bij de R.K. Federatie voor Harmonie- en Fanfaregezelschappen in het Bisdom Breda en op 8 februari van dat jaar werd aan de fanfare het predikaat “Rooms Katholiek” verleend. Vandaar dat bij de feestactiviteiten ook aanwezig was de “geestelijk adviseur” van de fanfare,  G. Konings. Deze was benoemd door de bisschop om erop toe te zien dat binnen de stichting geen besluiten werden genomen die in strijd waren met de katholieke beginselen. G. Konings werd later opgevolgd door kapelaan P. van Leeuwe.

In het huishoudelijk reglement van 1948 werd bepaald dat het bestuur was samengesteld uit tenminste negen leden, nl. President, Vice-President, Secretaris, Penningmeester, Commissarissen en leden. Verder wordt gesproken over een Directeur der Fanfare en Directeur der Zangafdeling, en de mogelijke aanstelling van een Onderdirecteur, welke de Directeur bij afwezigheid kan vervangen. Een muzikant die werd aangenomen als werkend lid, moest eenmalig ƒ1,= entreegeld betalen. De contributie was verder afhankelijk van de leeftijd. De werkende leden van achttien jaar en ouder betaalden vijf gulden per jaar, en werkende leden beneden de achttien jaar en aspirant-leden ƒ0,25 per maand, ofwel ƒ3,= per jaar. Ook de financiële bijdragen van de donateurs waren onmisbaar. Als tegenprestatie hadden ze van oudsher vrije entree bij de uitvoeringen. Vaak werden er zelfs speciale donateursuitvoeringen gegeven. Vele leden herinneren zich nog enkele concerten die werden gegeven op het landhuis in de Woensdrechtse polder bij de familie H. Völcker, een van de meest gulle donateurs.

In mei 1949 nam de fanfare deel aan een bondsconcours, voor het eerst onder leiding van de nieuwe dirigent, J. Jimkes. Men behaalde ruim voldoende punten voor een eerste prijs met promotie, en bovendien het hoogste aantal punten van het gehele concours. In september van dat jaar werd een radioconcert van vijfentwintig minuten gegeven, en ook in de jaren vijftig werd meerdere malen voor de radio geconcerteerd.

Tot dan toe beschikte men nog altijd niet over uniformen. Met een extra subsidie van vierduizend gulden kon men in 1959 opdracht verstrekken aan J. Daalmans, kleermaker te Hoogerheide, voor de levering van negenentwintig volledige uniformen voor de fanfare, en vijf pantalons met overhemden voor de drumband.
Een dramatisch ongeval dat zich in 1961 voltrok, betekende het begin van de neergang voor De Scheldezonen.  Een aantal muzikanten zou deelnemen aan de “vastenavondoptocht” in Bergen op Zoom. Tijdens het omkleden ontstond brand, dertien muzikanten raakten min of meer ernstig gewond en een van hen, de heer Cor Bruggeman, overleed later aan zijn verwondingen. Door dit vreselijke ongeval hadden velen hun motivatie verloren, en daalde het ledental van de fanfare tot een historisch dieptepunt. Vanaf 1967 werd door de inzet van voorzitter Willy de Bruyn en secretaris Geert Backx een begin gemaakt met de wederopbouw. Het korps bestond toen uit nog slechts negen actieve leden. De bestuurs-leden gingen huisbezoeken afleggen bij diverse oud-leden, om hen te vragen terug te keren naar de vereniging, waarna ook andere oud-collega’s zich weer aanmeldden. Bovendien meldden zich ook twee meisjes, Lia Adriaansen en Ria van Oevelen, als de eerste vrouwelijke leden in de geschiedenis van de fanfare.

Onder leiding van dirigent A. Koolen ging men aan het werk. Na zijn plotseling overlijden, op Koninginnedag 1967, werd Jan Verbogt tot zijn opvolger benoemd. En met succes, want reeds in 1970 behaalde men een eerste prijs in de tweede afdeling, en daarna een eerste prijs op de Brabantse Kampioenschappen.
Beschermheer van De Scheldezonen was de heer J. van de Eerden. Vanaf 1970 werd zijn taak overgenomen door zijn echtgenote M. van de Eerden-Soffers.

De feestelijkheden rondom het 75-jarig bestaan van de vereniging, in mei 1971, duurden negen dagen. Van alle aktiviteiten die toen werden georganiseerd, herinneren velen zich waarschijnlijk nog het optreden van de Marinierskapel en Luchtmachtkapel, en vooral dat van de tv-sterren uit “De Hoge Heren van Zichem”. Door dirigent J. Verbogt werden ter ere van dit jubileum de “Scheldezonen Mars”  en de “Bruno-mars” gecomponeerd (laatstgenoemde opgedragen aan voorzitter De Bruyn). De braderie in de Raadhuisstraat was zo’n groot succes dat door de middenstandsvereniging werd besloten dit tot een jaarlijkse traditie te maken.
De gemeente verleende dat jaar een grote financiële tegemoetkoming: een geldlening van ƒ29.000,= (voor nieuwe instrumenten), een extra subsidie van duizend gulden in verband met het jubileum, en vrijstelling van betaling voor verrichte werkzaamheden door de gemeente van bijna tweeduizend gulden. De inwoners van Hoogerheide brachten gezamenlijk zesduizend gulden bij elkaar, voor nieuw instrumentarium.
Tijdens de ledenvergadering eerder dat jaar verklaarden de leden zich namelijk in principe akkoord met de omschakeling van fanfare naar harmonie, zoals voorgesteld door het bestuur. De overgang was mogelijk door de voorspoedige groei van de vereniging. Een harmonie zou meer muzikale mogelijkheden bieden, en een betere begeleidingsbasis vormen voor het gemengd koor. De omschakeling vergde wel de nodige inspanningen en financiële offers. Voor deze omschakeling moest het instrumentarium gedeeltelijk worden omgebouwd, vervangen en uitgebreid, ook omdat tegelijkertijd werd omgeschakeld van hoge naar lage stemming. In februari 1972 was de omschakeling een feit. Nadat de nieuwe instrumenten korte tijd te zien waren in de etalage van kledingzaak J. van de Ven, werden ze door burgemeester De Leeuw officieel overhandigd tijdens de repetitie in café De Arend. De vereniging bestond op dat moment uit 195 leden: 65 harmonie-muzikanten, 40 koorleden, 48 majorettes, 13 tamboers en 28 “overige leden”: bestuur, ereleden, non-actief- en aspirant-leden.

In november 1972 werd door het Kerkbestuur aan De Scheldezonen een aanbod gedaan om zaal ’t Trefpunt gratis te gebruiken als repetitie-ruimte, tegen de kosten van onderhoud van het gebouw. Het aanbod werd niet aangenomen. De repetities van de fanfare werden al tien jaar tot volle tevredenheid gehouden in zaal De Arend van Frans en Cor Stuyts. Zij besloten de zaal te verbouwen, waarna deze tevens repetitieruimte bood voor het gemengd koor en de majorettes, die nog altijd repeteerden in het protestants noodkerkje “De Schakel”. Om nieuwe uniformen en instrumenten voor de (letterlijk en figuurlijk) alsmaar groeiende vereniging te kunnen bekostigen werd in februari 1973 een oud-papieraktie gestart. “Boegbeeld” van de aktie was Cor Jongejan, die met een geluidswagen steeds de ophaalploeg vooruitging. De oud-papierinzameling was een zodanig succes dat het jarenlang werd voortgezet, totdat de aktie in 1977 werd overgedragen aan voetbalvereniging Meto. Om kosten te besparen is het onderhoud van de instrumenten altijd zoveel mogelijk in eigen beheer verzorgd. Hiervoor was voldoende vakkundigheid in huis, in de persoon van Cees Koolen.

In februari 1973 werd in ’t Trefpunt het allereerste Scheldezonen-carnavalsbal gehouden, dat voor iedereen toegankelijk was. Dit in tegenstelling tot de jaarlijkse “Teeravond” in café De Arend, voor leden, donateurs en andere direkt betrokkenen. Niet alleen muzikaal, maar voor het eerst ook sportief, werden dat jaar de krachten gemeten met de korpsen uit Woensdrecht en Ossendrecht. Twee voetbalwedstrijden werden gespeeld en verloren. Daarna besloot men voorlopig de aandacht alleen te richten op muzikale prestaties.
In september 1973 gingen bijna alle leden mee naar het klooster Rolduc in Kerkrade. Een gezellig weekend lang werden daar allerlei muzikale en sportieve activiteiten ondernomen, ter versterking van de toch al stevige onderlinge vriendschapsband! De harmonie en majorettes hebben op 30 april 1974 deelgenomen aan het defilé langs paleis Soestdijk ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. Koningin Juliana. Op televisiebeelden die van het defilé werden gemaakt, is het allemaal goed te zien: de majorettes, tamboerkorps, harmonie, het nieuwe vaandel, en het aanbieden van bloemen aan de Koningin door de voorzitter en secretaris.
In mei van dat jaar, werd het 5-jarig bestaan van de majorettes De Scheldezonen gevierd. Ter gelegenheid van dit jubileum werd een drumband- en majoretteconcours georganiseerd. De officiele opening hiervan werd verricht door de bekende tv-ster “Merijntje Gijzen”.

In de loop van dat jaar uitte harmoniedirigent J. Verbogt forse kritiek in de media over het bondsbestuur, het subsidiebeleid, de opzet van bondsconcoursen en de wijze van jureren. Volgens velen was het hieraan te wijten dat de harmonie op het concours in Clinge in oktober 1974 slechts een derde prijs behaalde (maar misschien was ook het “Lang zal ’t ie leven” van invloed dat nog voor het inspeelnummer werd gebracht vanwege de verjaardag van een van de harmonieleden). De leden schaarden zich als één man achter bestuur en dirigent en op de eerstvolgende repetitie is er alsnog flink feest gevierd. Naar eigen mening had men goed gepresteerd op dit concours, ongeacht de “vreemde” jurywaardering, en dat vond men het belangrijkste!
Het tachtigjarig bestaan van De Scheldezonen in 1976 werd gevierd met enkele Beierse avonden, een lampionoptocht en een drumband- en majoretteconcours.

De jaarlijkse Sinterklaasintocht op de Heimolen en De Duintjes was berucht en beroemd. Samen met tamboers en majorettes liep men de lange route die uiteindelijk uitkwam bij camping Uit en Thuis. Voor het naar huis gaan, ging men nog even naar café De Gouden Appel...!
Na een ingrijpende verbouwing werd gemeenschapshuis ’t Trefpunt in februari 1976 heropend. Het vroegere Patronaat aan de Huybergseweg was onherkenbaar veranderd en bood vanaf dat moment alle mogelijke faciliteiten voor verenigingen, zoals gymzaal, toneel, vergader- en hobbyruimtes en foyer met bar en biljart. Ook door De Scheldezonen werd vanaf toen regelmatig gebruik gemaakt van deze accomodatie.
In januari 1977 werd in ’t Trefpunt het eerste Streekmuziekconcours gehouden. Het Streekconcours is een onderlinge vriendschappelijke wedstrijd tussen de korpsen uit de Zuidwesthoek: Aurora uit Woensdrecht, St. Caecilia uit Huybergen, De Volharding uit Putte, De Hoop uit Ossendrecht en uiteraard De Scheldezonen.

In februari 1977 vond een ingrijpende bestuurswisseling plaats: W. de Bruyn en G. Bakx traden af als resp. voorzitter en secretaris. A. Janssens stelde zich beschikbaar als interim-voorzitter, maar werd een jaar later, in januari 1978, toch officieel verkozen tot voorzitter. Ook werd een statutaire wijziging aangebracht, waardoor De Scheldezonen vanaf toen geen stichting meer was, maar een vereniging.

In de jaren zeventig heeft naast ’t Ouw Aremeneeke en Die Edelweiss Buben nog een derde kapel bestaan binnen De Scheldezonen, namelijk De Wjeeldempers. Een carnavalskapel die onder muzikale leiding stond van André Plompen.

In januari 1978 nam Jan Verbogt afscheid van De Scheldezonen. De leden verkozen daarna de heer Gijsbert van Genderen uit Oosterhout tot nieuwe dirigent van de harmonie.
Door de jaren heen heeft de harmonie regelmatig deelgenomen aan concoursen. Door diverse leden werd daarnaast ook deelgenomen aan “solisten- en ensemblewedstrijden”. Op 18 november 1978 werd een dergelijk solistenconcours georganiseerd in ’t Trefpunt. Onder de vele deelnemers waren ook zeven leden van de organiserende vereniging De Scheldezonen.

In mei 1979 werd ook een bondsconcours georganiseerd in Hoogerheide. Na jarenlang in de tweede afdeling te hebben gestaan, behaalde de harmonie hier de promotie naar de eerste afdeling en wel met het hoogste aantal punten van hun afdeling. De heer Van Genderen had de harmonie tot dit niveau gebracht binnen slechts vijftien maanden na zijn aanstelling als dirigent! Dit resultaat leidde bovendien tot deelname aan de Brabantse Kampioenschappen in 1980 te Oud-Gastel, waar de beker werd behaald. Op de jaarlijkse “teeravond” in 1979 werd de heer Piet Soffers benoemd tot ere-voorzitter. Dit vanwege de grote verdienste van de heer Soffers tijdens zijn 58-jarig lidmaatschap van de vereniging als muzikant, bestuurslid en vice-voorzitter.

In oktober 1980 werd in ’t Trefpunt de eerste Scheldezonenavond gehouden: het begin van een traditie. Om de gemeenschap te tonen dat De Scheldezonen méér was dan alleen harmonie, werd een showavond opgezet, waarbij alle tweehonderdenveertig leden van de vereniging zich konden presenteren. Alle afdelingen namen een gedeelte van het programma voor hun rekening, afgewisseld door solistische optredens.
In februari 1981 zorgde De Scheldezonen voor een primeur in deze regio met de organisatie van een Tonpraotavend in café De Arend. Ammekaorpraoter was Adrie Schuurbiers, en de muzikale omlijsting werd verzorgd door ’t Ouw Aremeneeke. De opbrengst was bestemd voor het instrumentenfonds van De Scheldezonen. Later werd de organisatie van de jaarlijks terugkerende avond overgenomen door
Die Edelweiss Buben.

Op 31 mei 1981 werd op bescheiden wijze het vijfentachtigjarig jubileum gevierd met een feestelijke bijeenkomst in clubhuis De Arend. In het kader van dit jubileum werd in september van dat jaar ook een majorette- en drumbandconcours georganiseerd. Door de jaren heen werd door de fanfare en later harmonie De Scheldezonen regelmatig deelgenomen aan concoursen. Reeds in 1924 werd deelgenomen aan “vrije concoursen” in de tweede afdeling. De prestaties van de fanfare verbeterden snel, zodat nauwelijks tien jaar later werd deelgenomen in de superieure afdeling. Na de tweede wereldoorlog moest men weer van de grond af beginnen, in de tweede afdeling. Ook nu weer had men zo’n tien jaar nodig om bijna op het oude niveau te komen: in 1955 werd uitgekomen in de ere-afdeling. Vanaf 1967 moest men voor de derde maal van voren af aan beginnen. De wederopbouw ging nu echter minder snel, onder meer door de omschakeling van fanfare naar harmonie in 1971. Sinds enkele jaren speelt de harmonie in de eerste afdeling.
De Lentefeesten van 1983 werden onvergetelijk door het optreden van de Duitse showfanfare “Gerolsteiner Stadtsoldaten” Dat jaar werd het budget voor de Lentefeesten ruim overschreden, omdat door een misverstand de gasten twee dagen langer bleven dan gepland.

In 1987 werd ’t Trefpunt officieel verenigingslokaal van De Scheldezonen. Sindsdien worden daar niet alleen alle repetities gehouden, maar ook alle vergaderingen en feestavonden.
De oude uniformen van de harmonie dateerden nog uit 1960. Deze waren inmiddels wel aan vervanging toe, temeer omdat het mannen- modellen waren, met een niet zo comfortabele pasvorm voor de vele dames die inmiddels deel uitmaakten van het korps. Daarom werden in 1988 nieuwe uniformen aangepast, met daarbij petten voor de heren, en hoedjes voor de dames. Het Scheldezonen- blauw werd aangehouden, maar de gouden versierselen werden vervangen door zilverkleurige.

Alle afdelingen van de vereniging gingen in 1989 mee naar attractiepark Walibi. Als tegenprestatie voor gratis entree werden in het park enkele optredens gegeven. Het gouden jubileum van de West-Brabantse en Zeeuwse muziekvereniging werd gevierd met een parade door Bergen op Zoom en een gezamenlijk optreden op Rozenoord door bijna drieduizend muzikanten. Ondanks (of dankzij?) de stromende regen was het toch een bijzonder evenement.

De kerstviering op de Vliegbasis Woensdrecht werd jarenlang opgeluisterd door het gemengd koor met begeleiding van een klein ensemble van harmoniemuzikanten. Na enkele jaren werd de traditie zonder koor voortgezet door het Kerstensemble, totdat na de laatste gezagswisseling op de vliegbasis er een einde kwam aan deze samenwerking.

Voorzitter Albert Janssens werd in 1990 opgevolgd door Sjaak Joosen. Deze was al sinds tien jaar verbonden aan de vereniging als leider van de afdelingen tamboers en majorettes.
Adrie Ligt, dirigent van het leerlingenorkest en trombonist in de harmonie, werd in 1991 door het bestuur benoemd tot opvolger van de heer Van Genderen. De afdeling harmonie wordt in het bestuur vertegenwoordigd door Johan de Nijs.

In de loop der jaren zijn vele akties georganiseerd voor het instrumenten- en uniformenfonds van de vereniging. In 1993 werd een nieuwe, originele aktie gevoerd. In samenwerking met gemeente en bedrijfsleven werd een kwartetspel uitgegeven, dat een goede financiële bijdrage voor het fonds opleverde. Eveneens een onverwacht groot succes was de boterletter-aktie die werd gehouden in december 1995.

 


Toneelclub

De toneelafdeling van De Scheldezonen is opgericht omstreeks 1935, door J.A. van Raay. Deze was sinds 1930 als secretaris aan De Scheldezonen verbonden. Volgens de oprichtingsdocumenten werd de toneelclub opgericht met als doelstelling “het produceren van ontroering en ontspanning”.
De oprichting door Van Raay, onderwijzer van beroep, was een reaktie op het bestaan van een andere toneelvereniging in Hoogerheide, de Ontspanningsclub. Deze stond onder leiding van meester Suykerbuyk. De beide onderwijzers waren eeuwige rivalen, en niet alleen binnen de muren van de lagere school.
De toneelafdeling bestond oorspronkelijk volledig uit mannen. De vrouwenrollen werden gewoon geschrapt uit de voorstelling. Pas na de oorlog werden de eerste dames toegelaten tot de club. En zij deden voor het eerst mee aan een voorstelling in de revue die door regisseur Van Raay zelf geschreven was ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van De Scheldezonen.

In de regio werden regelmatig toneelconcoursen gehouden. Hierover werden dan in de plaatselijke kranten uitvoerige recensies geschreven. Zo viel er in 1948 in Brabants Nieuwsblad te lezen:
“Dit wel uitzonderlijk drakerige drama (...) bezorgde de Scheldezonen en -dochters een ondankbare taak (...).We hebben alle respect voor de wijze waarop zij zich van die taak gekweten hebben. A.D. als de zoon, J.J. als de moeder en G.D. als de vader hebben met uitstekend acteren de onnatuurlijke, onwezenlijke figuren aanvaardbaar gemaakt.(...). Daarom kan Hoogerheide nog van veel goed toneel genieten.(...). De Scheldezonen hebben er de krachten voor en ook het zo onontbeerlijke idealisme en de drang naar steeds beter.”

Twee keer per jaar werd er een uitvoering gegeven door de toneel- afdeling in samenwerking met de fanfare en het gemengd koor van De Scheldezonen. Deze voorstellingen werden gegeven in de Harmoniezaal bij Verschuuren. De gewone voorstellingen vonden plaats op zondag en maandag, maar voor de ere-leden en donateurs werd op woensdagavond een aparte voorstelling georganiseerd.
De tekst van alle nieuwe toneelstukken werd eerst gelezen door de geestelijk adviseur van de vereniging. Als er gezoend moest worden in het stuk, dan droeg hij de betreffende spelers op om met hun rug naar het publiek toe te draaien en tenminste een halve meter afstand van elkaar te houden.
Behalve de concoursen en de jaarlijkse winteruitvoeringen van de vereniging stonden voor de toneelafdeling ook andersoortige uitvoeringen op het programma. Zo werd in 1953 een uitvoering gegeven ten bate van het Nationaal Rampenfonds.

Van Raay werd in 1957 opgevolgd door Michel de Vos. De toneelafdeling telde op dat moment ongeveer dertig leden. Op het repertoire stonden voornamelijk kluchten en blijspelen. Ook was er op zeker moment sprake van een inleidend spel door Machiel Cleiren en Adrie Schuurbiers, “Van de hak op de tak”, waarin zij anecdotes over de gemeente en de gemeentelijke politiek uitwisselden.
De gemeente Woensdrecht kende op zeker moment drie concurrerende toneelgroepen: de Ontspanningsclub, de toneelgroep Woensdrecht en de toneelafdeling van De Scheldezonen. In de jaren zestig werd de belangstelling voor toneeluitvoeringen echter snel minder, vooral door de opkomst van de televisie. Dit leidde er toe dat omstreeks 1965 de toneelafdeling van De Scheldezonen werd opgeheven.

 


Gemengd Koor

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog bloeide het gemeenschapsleven weer overal op. Aan fanfare De Scheldezonen werden in die jaren niet alleen een toneelafdeling, maar ook een gemengd koor toegevoegd, mede als gevolg van de concurrentiestrijd tussen de Scheldezonen en de Woensdrechtse Ontspanningsclub. Het koor stond onder leiding van de heer Ooms. Na zijn vertrek als dirigent wierpen enkele leden zich op als tijdelijke vervangers, waaronder Fons Koolen, een Bergse pater. Uiteindelijk werd de heer Jimkes uit Bergen op Zoom benoemd als nieuwe “directeur”. Door daling van het ledental werd na enkele jaren het gemengd koor echter weer opgeheven.

Na enkele moeilijke jaren begon de fanfare eind jaren zestig aan de wederopbouw onder leiding van voorzitter Willy De Bruyn en secretaris Geert Backx. Op hun initiatief werd toen opnieuw een gemengd zangkoor opgericht, dat als volgt werd aangekondigd: “Met vreugde geven wij kennis van de geboorte van een gemengd koor, dochterafdeling van de Stichting Fanfare De Scheldezonen, op 29 september 1970”. De oprichting werd ondersteund door een subsidie van de Stichting Opbouwwerk Zuidwesthoek. Jan Verbogt uit Halsteren, directeur van de fanfare, werd tevens koordirigent. Hij stelde hiervoor wel als voorwaarde dat tenminste dertig belangstellenden zich moesten aanmelden. Deze grens werd gehaald: op de oprichtingsvergadering telde men achttien dames en dertien heren. Het ledenaantal bedroeg in de jaren daarna tussen de dertig en veertig personen. De nieuwe leden konden hun voorkeur voor een bepaald repertoire uitspreken, en men was eensgezind van mening dat de belangstelling vooral uitging naar volksliederen en klassieke muziek, bijvoorbeeld liederen van Brahms, Mendelssohn, en Mozart.

De heer Cor Jongejan vertegenwoordigde de zangafdeling in het bestuur. Verder werd een financieel-administratief verzorger aangesteld: eerst J. de Weert, later A. Mathlener. Een van hun taken was het iedere maand bij de alle leden thuis ophalen van de contributie. Deze werd voor het koor vastgesteld op ƒ2,= per maand, met de voorspelling dat deze snel verhoogd zou moeten worden, gezien de  - voor die tijd- hoge kosten van oprichting waarvoor de vereniging zich gesteld zag. De eerste oefenavonden van het koor werden gehouden in de aula van de MAVO in Hoogerheide, eerst op vrijdag- en vervolgens iedere dinsdagavond. Het voornemen was om na enkele weken de repetities te laten plaatsvinden in café De Arend. Dit was een reden voor enkele dames om te bedanken voor het lidmaatschap, onder meer omdat ze er zeer afkerig van waren om “in de viese asem” te staan van de mannen die in de pauze wel een borreltje zouden drinken ! Waarschijnlijk is dit een van de oorzaken geweest dat de repetities voorlopig toch gehouden werden in de aula van de MAVO. Later werden de repetities definitief verplaatst naar het Protestants Noodkerkje achter het M.E.T.O.-voetbalveld. In dit noodkerkje, “De Schakel”, beleefde het koor zijn bloeitijd. Vele leden zullen met plezier terugdenken aan deze periode. Na de goed bezochte repetities schaarde men zich rond de bar, en werd er zelfs gedanst. Kortom, een wekelijks feest.

Jan Verbogt kondigde in november 1974 zijn vertrek aan, wegens mogelijkheden voor een muzikale carrière in Duitsland. Verbogt bleef nog enige tijd om zijn assistent-dirigent en opvolger, Ton Hermus, in te werken.
Op 7 november 1975 werd het vijfjarig bestaan van het koor gevierd met een concert door het Philharmonisch Koor Antwerpen dat ook onder leiding stond van J. Verbogt. Een week later werd in de vrijwel uitverkochte kerk in Hoogerheide een kooravond gehouden, met optredens van vier koren uit de regio en het Scheldezonenkoor, dat werd begeleid door een ensemble uit de harmonie. Vele koorleden zullen zich nog het Nederlands Koorfestival herinneren dat jaarlijks werd georganiseerd door de Nederlandse Bond voor Zang- en Oratoriumverenigingen in samenwerking met de AVRO in Hilversum. Interne problemen leidden in 1977 tot het ontslag van de heer Hermus. Dit veroorzaakte een breuk binnen het koor. Een aantal leden schaarde zich achter Ton Hermus en vormde een nieuw koor onder de naam Bel Canto. De anderen bleven de vereniging trouw. Een van de koorleden, de concertpianiste mevrouw Langejan uit Bergen op Zoom, nam tijdelijk de leiding op zich, zodat het Scheldezonenkoor toch regelmatig kon repeteren. Het koor timmerde, ondanks de dirigentwisselingen, behoorlijk aan de weg: op 18 maart 1978 werd in gemeenschapshuis ’t Trefpunt een Kooravond georganiseerd, met medewerking van koren uit Putte, Ossendrecht en Halsteren. Het koor van de Scheldezonen stond op dat moment tijdelijk onder leiding van de heer Sleekx, tevens dirigent van het gemengd koor in Putte. De officiële nieuwe directeur was Bert Becht uit Bergen op Zoom. Onder zijn leiding werd een muziekcommissie ingesteld, waarin zaken omtrent repertoire, repetities en optredens werden besproken. Het optreden tijdens de kerstviering op de vliegbasis Woensdrecht was het begin van een nieuwe traditie. Het koor werd hierbij muzikaal begeleid door een ensemble uit de harmonie. Wegens verschil in opvattingen tussen bestuur en dirigent, nam de heer Becht in juni 1979 ontslag, waarna de activiteiten van het gemengd koor voor enkele maanden geheel werden stilgelegd. In januari van het daaropvolgende jaar werden de repetities weer gestart. Het koor telde toen twintig leden, en een nieuwe dirigent: Henk G. Holtzer uit Steenbergen. Onder zijn leiding werd in 1982 en 1983 deelgenomen aan zangersdagen en koorfestivals. Uit correspondentie blijkt dat toen werd opgetreden onder de naam “Scheldezangers”. Op het repertoire stonden liederen in uiteenlopende stijlen en verschillende talen, zoals Zum Sanctus, Blue Bells of Scotland en Mon coeur se recommande à vous. Waar nodig werd het koor op piano begeleid door de heer Jo Vissers. Dirigent Holtzer diende zijn ontslag in per 1 december 1983. De motivatie van de koorleden kreeg hiermede opnieuw een gevoelige slag, en door een tekort aan leden werd het koor uiteindelijk opgeheven.

 


Tamboerkorps

De R.K. Jeugddrumband Hoogerheide-Woensdrecht behoorde bij het Gilde, en stond onder leiding van de heer C.J. Jaspers. In 1961 deed deze aan de fanfare een voorstel tot samenwerking. Dit voorstel werd echter afgewezen. Fanfare De Scheldezonen had zelf nog geen aparte drumband, maar wel drie muziektamboers, die meespeelden met de fanfare, namelijk Frans Wierckx, Frans Cloots en Frans Kortes.

In 1964 werd door De Scheldezonen een tamboerkorps opgericht. De initiatiefnemers waren Adjudant Wisse, André van Zundert en Piet Verdult en Piet Soffers. Er meldden zich enkele leden van de Gilde-tamboers aan, en op verzoek van agent Coppens kwamen er ook wat jongelui bij voor wie in Hoogerheide geen ander geschikt tijdsverdrijf beschikbaar was. Zo vormde zich een groep van twaalf tot vijftien jongens met een gemiddelde leeftijd van twaalf jaar.

Frans Wierckx maakte tijdens zijn diensttijd deel uit van het Tamboerkorps van de Koninklijke Luchtmachtkapel. Na zijn afzwaaien ging hij lesgeven aan het tamboerkorps van De Scheldezonen. Daar introduceerde hij het begin- en eindsein dat op de grote trom wordt geslagen bij marsoptredens door fanfare en tamboers.

De repetities van het korps vonden aanvankelijk plaats op zondagochtend in het SEO-gebouw. Daarna zijn de tamboers verhuisd naar het Protestants Noodkerkje De Schakel, op vrijdagavond.
De leden waren enthousiast en deden mee aan examens. Daardoor kon er al vrij snel aan concoursen deelgenomen worden. Op hun allereerste concours, in Dongen, behaalden ze een eerste prijs in de derde divisie.

In 1967 werd de samenwerking op voorstel van C. Jaspers een feit. De Jeugddrumband werd toegevoegd aan de fanfare De Scheldezonen. De repetities werden vanaf toen achtereenvolgens gegeven op zondagochtend in clublokaal De Arend, in de Erasmushal en tenslotte op woensdagavond in ’t Trefpunt. Bovendien werden bijlessen gegeven bij Frans en Toon Wierckx thuis. Toon Wierckx had inmiddels de leiding van het tamboerkorps overgenomen van zijn broer Frans, en Ton Cleiren gaf les aan de leerlingen.

Een tamboerkorps kan uiteraard niet zonder trommels. Vroeger moest daar nog heel wat meer onderhoud aan gepleegd worden dan tegenwoordig. De bovenvellen van de trommels waren namelijk gemaakt van koeie- of geitevellen, en het ondervel was gemaakt van kalfsvel. De geitevellen waren al gelooid, maar werden door Frans Wierckx zelf uitgerold en opgespannen. Een groot nadeel van deze vellen was dat ze bij regen nat werden en uitzakten. Een aantal trommels werd overgenomen van het opgeheven tamboerkorps De Valkenjagers uit Ossendrecht.

Naast de instructeur en Jan Verbogt, die de leerlingen leerde noten lezen, waren nog anderen betrokken bij de opleiding van de tamboers. Voor een tamboerkorps is het namelijk niet alleen belangrijk om op de juiste manier muziek te maken, maar zijn ook marsorde en discipline belangrijke onderdelen. Daarom werd exercitie gegeven door de heer Mathlener, die daarnaast ook les gaf aan de leerlingen. Toon Wierckx werd als instructeur opgevolgd door Ton Cleiren, en later door Wim de Jong. Na een ledenwerfaktie werd gestart met een hele nieuwe lichting tamboers. Vanaf 1978 maakten voor het eerst ook meisjes deel uit van het korps. Sjaak Joosen werd in 1980 aangesteld als leider van deze afdeling.

Het tamboerkorps heeft naast concoursen vaak deelgenomen aan festivals en rondwandelingen, apart of samen met de harmonie. Vooral de optredens in België blijken gedenkwaardig, zoals de optochten in Wieze en Ath, en de festivals in Mariaburg en Lier.

Instructeur Wim de Jong werd in 1984 opgevolgd door Cees van Oorschot. Na een periode met nogal wat verloop in het ledenaantal door dienstplicht en studie, werd het tijd voor een nieuwe start. Cees van Oorschot bleek de juiste man op de juiste plaats. Zijn inbreng kwam ten goede aan zowel de sfeer in de groep als de muzikale prestaties. Dit leidde in de volgende jaren tot goede resultaten op concoursen, en promotie van de derde divisie naar de tweede, en vervolgens naar de eerste divisie. Door de verbeterde prestaties ontstond behoefte aan trommels van een betere kwaliteit. Het was voor de vereniging financieel echter niet op te brengen, om het gehele korps in één keer te voorzien van nieuwe trommels. In 1987 werd daarom door de tamboers het unieke initiatief genomen om met verschillende akties zelf het geld bijeen te brengen. De eerste aktie was een sponsorloop, in samenwerking met de majorettes. Daarna volgde een fietsaktie in hun eigen stand op de Lentefeesten. Tenslotte werden er vele zaterdagen lang auto’s gewassen op het terrein van de firma Soffers. De akties waren inspannend maar wel succesvol, en dus konden uiteindelijk de fel begeerde Premier-trommels worden aangeschaft.

Wat de presentatie van een tamboerkorps compleet maakt is natuurlijk het uniform. De drumband heeft in zijn bestaan een verscheidenheid aan uniformen gehad, van overgenomen pakken tot zelfgemaakte, van zwart en blauw tot rood, van kolbak tot pet. Enige jaren geleden is het tamboerkorps voor zijn harde werken beloond met hun huidige bordeauxrode pakken.

Inmiddels waren eind jaren ‘80 enkele leden, op initiatief van Cees van Oorschot, gestart met een opleiding voor het A-diploma. Alle deelnemers hebben deze cursus met succes afgerond, en dit heeft natuurlijk een positieve invloed gehad op het muzikale peil van het korps. De slagwerkers van de harmonie kregen eveneens hun opleiding via de tamboers. Zij volgden lessen bij achtereenvolgens Leon Wierckx, Miriam de Moor en Leon Linders.

Inmiddels had Sjaak Joosen zijn taak als drumbandleider overgedragen aan Johan de Baat, die in 1988 in het bestuur gekozen werd als leider van de tamboers.

Op concoursen werd het tamboerkorps geleid door een tamboer-maître. De eerste was Wim de Jong, toen ook instructeur. Hij werd als tamboer-maître opgevolgd door Kees Schillemans, Nicole de Baat-Joosen en Esther van Ginneken-Landa.

In 1994 promoveerde het tamboerkorps naar de ere-divisie in de sectie Ab. Sectie Ab houdt in dat er naast de trommels ook met verschillende andere ritmische instrumenten wordt gewerkt. Dit heeft als voordeel dat nieuwe leden al snel mee kunnen doen aan een concours, ook al hebben ze het trommelen nog niet helemaal onder de knie. Daar staat tegenover dat er veel verschillende partijen zijn en je dus nogal wat mensen nodig hebt.
In 1994 ontvingen we het droeve bericht van het overlijden van Miriam de Moor. Zij kwam in 1979 als een van de eerste meisjes bij het tamboerkorps van De Scheldezonen. Later gaf ze les aan de leden uit de slagwerkgroep van de harmonie.

In 1995 moest het korps zich in de eredivisie waarmaken terwijl er net een aantal ervaren tamboers vertrokken waren. Dit was niet gemakkelijk, maar door de grote inzet van de jongere leden is het wel gelukt. Dit kwam natuurlijk ook door het inmiddels traditionele trainingsweekend op O.L.V. ter Duinen in Ossendrecht. In de voorbereiding op een concours of kampioenschap wordt daar dan intensief gewerkt aan het verbeteren van prestatie en teamgeest. Voorzover dat nodig is, want beide elementen zijn tenslotte al ruim aanwezig in dit prachtige korps.

 


Majorettes

De majorettes van De Scheldezonen zijn opgericht in november 1968 onder voorzitterschap van W. de Bruyn. Om een clubje bij elkaar te krijgen hield men een wervingsactie via een advertentie, waar heel goed op werd gereageerd. Al tijdens de eerste les waren er zo'n tien meisjes aanwezig en per les kwamen er een paar bij. Omdat niet alle leden even snel op niveau waren, werden er voor ieder optreden meisjes geselecteerd die op dat moment goed in vorm waren. Later werd er een basisgroep samengesteld voor de optredens.

De eerste instructrice was Ella Jimkes, die ook balletles gaf bij Jeveo. De repetities werden gehouden in de houten barak naast het Kruisgebouw op het Lucasplein (SEO-gebouw). Bij uitzondering, als voorbereiding voor optredens, werd er wel eens gerepeteerd in het balletgebouw De Schakel, waar men beschikking had over "kamerbreed" spiegels. Dit wierp vruchten af, want al snel konden de majorettes hun eerste optreden verzorgen: tijdens de carnavalsoptocht in 1969 presenteerden zij zich in hun splinternieuwe uniformen, met Ada van der Waal als miss-majorette. De uniformen van de majorettes werden in eerste instantie gekocht, later werden de jurkjes zelfgemaakt door de majorettes, met behulp van hun moeders en enkele dames van het gemengd koor.

In 1971 werd in Goirle deelgenomen aan een concours van de Bossche Bond, waar een eerste prijs werd behaald. In 1972 in Etten-Leur namen de majorettes voor het eerst deel aan een concours van de Bredase Bond. Er werd een show gebracht op muziek van de harmonie, “Oh when the saints”. Bij het 75-jarig jubileum van de vereniging werd door de majorettes van De Scheldezonen een show gebracht op de muziek uit de musical “Hair”, samen met de balletgroep van Jeveo. Voor deze jubileumuitvoering werd de majorettegroep opgesplitst in twee kleinere groepen. Dit bleek zo goed te werken dat de tweedeling ook na dat optreden werd gehandhaafd. Naast de majorettes was er vanaf dat moment ook een minirettengroep. Als miss-majorettes van de jongste groep zijn bekend Petri van Latum, Anja van de Bogart, Paula de Nijs en Els Uytdewilligen. Instructrice Ella Jimkes werd opgevolgd door Ada van der Waal. Eind jaren zeventig werd Ineke Klarenbeek aangesteld als instructrice.

In 1973 werd met veel succes een oliebollenaktie gehouden ten bate van het uniformenfonds van de majorettes, waarvoor oliebollen werden verkocht op de campings Familyland en “Uit en Thuis”.
Ter gelegenheid van de deelname aan het Koninginnedag-defilé in 1974 op Soestdijk werden bij de nieuwe uniformen zelfs pruiken aangeschaft om de presentatie perfekt te maken.
In oktober van dat jaar gingen de majorettes voor een weekend naar Frankrijk, samen met een Roosendaals majorettekorps en De Bergse Dweilband Combinatie.  Er werd opgetreden in St. Omair, bij Calais, en ook liepen ze mee in een grote ruiteroptocht in Argentueil.

Bij het concours dat in 1974 in Hoogerheide werd georganiseerd ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de majorettes werd een show uitgevoerd met begeleiding van de harmonie. Bij een ander concours werd de muziek verzorgd door Die Edelweiss Buben. Later werd er gebruik gemaakt van een cassettebandje met daarop muziek van de harmonie, drumband en ’t Ouw Aremenieke.

In 1975 werd door gebrek aan geschikte oefenruimte enige maanden gerepeteerd in de loods van de familie Suykerbuyk aan ’t Zandfort en in de brandweerkazerne, totdat ’t Trefpunt weer beschikbaar was. De heer Frans Nelen werd in 1980 instructeur van de majorettes. Onder zijn leiding werd veel aan concoursen en festivals meegedaan. De stijl van de shows veranderde ook aanzienlijk. In de shows werd, naast de baton, vanaf toen ook veel gebruik gemaakt van andere showattributen, zoals lichtsticks. Ook werd meer dan vroeger gestreefd naar een perfecte presentatie: de groep moest één geheel zijn, met voor alle meisjes zelfs dezelfde, verzorgde, haardracht en bescheiden sieraden en make-up.

Cor Jongejan, leider van de afdeling majorettes, werd in 1982 opgevolgd door Sjaak Joosen. De afdeling majorettes was toen verdeeld in drie groepen: de A-groep, met Anja Schuurbiers als miss-majorette, de B-groep, met miss-majorette Jolanda Govaerts, en daarnaast nog een groepje miniretten. Anja Schuurbiers werd in 1984 als miss majorette opgevolgd door Annemieke Janssens. Toen zij in 1987 Frans Nelen opvolgde als instructrice, werden de A- en B-groep weer samengevoegd. Deze nieuwe groep met als miss-majorette Nicole Joosen is gestart in de derde divisie, waarna ze zijn opgeklommen tot de eerste divisie.

Eind jaren tachtig ontstond het idee om concoursshows op te bouwen rond een bepaald thema. Naast de muziek werd dan ook het uiterlijk van de meisjes aangepast aan het thema, zoals een Hongaarse show en een Spaanse show op muziek uit de musical Carmen. In het kader van het 90-jarig bestaan van de vereniging werd een jubileumshow gebracht op Russische muziek, met live-begeleiding door de harmonie. Voor de concoursshows van de majorettes van De Scheldezonen werd consequent gebruik gemaakt van klassieke muziek. Met name instructrice Annemieke Janssens werd vaak gecomplimenteerd met de stijlvolle muziekkeuze voor de shows.

Optredens die vele majorettes zich ongetwijfeld nog herinneren zijn de regelmatige optredens in België, zoals de optochten in Ath, de oktoberfeesten in Wieze en de wedstrijden om de Beker der Polder in Mariaburg.
Na vier succesvolle jaren, met als hoogtepunt het Nederlands kampioenschap van 1988, zijn er enkele majorettes door studie en werk uitgevallen. De overgebleven majorettes, met miss-majorette Esther Landa, moesten zich nu met minder leden waarmaken in de eerste divisie. Dit lukte helaas niet en door teleurstelling en gebrek aan motivatie viel de groep uiteen. De club van zes doorzetters die overbleef was te klein om als peloton te kunnen deelnemen aan concoursen. Men vormde toen een demonstratie-team onder de naam Unity, om zo als “large team” voor concoursen te kunnen inschrijven. Captain was Miranda van Loenhout. Door medewerking van sponsors voor kleding kon de groep zich extra goed als eenheid presenteren. Inmiddels werd de afdeling majorettes in het bestuur vertegenwoordigd door leidster Ada Cleiren-van der Waal, en later door Helene Pijnen. Unity heeft zich ongeveer twee jaar geleden afgesplitst van De Scheldezonen. De groep tussen miniretten en Unity in, werkte toe naar het niveau van Unity, onder de naam Unity Extension, met als miss-majorette Ilse Heynen. Deze groep is uitgegroeid tot het huidige majorettekorps. De groep wordt getraind door instructrice Inge Moerkens. Miss-majorette is Carolina Prinsen en de (bege)leiding van de afdeling is inmiddels in handen van Ditta Traets-van der Waal.

 


Leerlingenorkest

Op initiatief van voorzitter Albert Janssens, harmoniedirigent Gijsbert van Genderen en de huidige dirigent Adrie Ligt, werd in oktober 1978 een ledenwerfaktie gehouden om te komen tot oprichting van een nieuw orkest. Het leerlingenorkest werd opgericht met als doel het opleiden van toekomstige harmoniemuzikanten, die niet alleen een instrument konden bespelen, maar die bovenal goed geoefend waren in het samenspel.

Door instrumentenhandel Brabant Muziek werden tien blokfluiten en een trompet beschikbaar gesteld om te worden verloot onder de bezoekers van de voorlichtingsavond, het belangrijkste onderdeel van de wervingsaktie. Het motto van de aktie was: “Kom ook muziek maken!” Die avond werd een concert gegeven door het koperblazersensemble van de Bergse muziekschool. Dit orkest bestond grotendeels uit jeugdige muzikanten. Dit deed veel bezoeker(tje)s beseffen dat zij dat ook wel wilden: samen muziek maken. In die eerste week waren er al direkt meer dan vijftig aanmeldingen, veel meer dan waar op gerekend was. Ze vormden een gevarieerd gezelschap: jongens, meisjes, dames en heren, tussen de tien en zestig jaar “jong”. Op 6 november 1978 kwam de groep voor het eerst op bijeen in ’t Trefpunt voor een theorieles die werd gegeven door de heer Van Genderen.

Ook nu nog krijgen nieuwe leden eerst acht tot tien theorielessen, om zich de basis van de muziekleer eigen te maken: noten lezen, toonladders, ritme en maat. Nadat in overleg tussen leerlingen en harmonie een instrument is gekozen, beginnen daarnaast de praktijklessen, individueel of in een kleine groep. Zo snel mogelijk gaat de leerling daarna deelnemen aan de repetities van het leerlingenorkest. Een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van het aanvangsniveau van de leerlingmuzikant. Tot 1980 werden de praktijklessen  gegeven door oudere harmoniemuzikanten, maar tegenwoordig worden de leerlingen begeleid door geschoolde leraren.

Jac Soffers vertegenwoordigt sinds de oprichting nog altijd het leerlingenorkest in het bestuur, terwijl Johan de Nijs zich bijzonder inzet op praktisch en organisatorisch gebied. Als opleidingscoördinator was Jac van Velthoven vanaf 1988 verantwoordelijk voor de opleiding van de leerlingen. In 1995 werd hij opgevolgd door Edwin van Bruggen. Het leerlingenorkest staat vanaf het begin onder leiding van dirigent Adrie Ligt, die niet alleen trombone speelt bij harmonie De Scheldezonen, maar tevens als trombonist en plaatsvervangend dirigent deel uitmaakt van diverse orkesten in de regio. Adrie Ligt studeerde trombone, harmonie- en notenleer aan de Muziekacademie te Antwerpen. Hij volgde cursussen voor assistent dirigent onder leiding van Jo Conjaerts in Vught. Toen hij in 1986 examen moest afleggen, diende “zijn” leerlingenorkest als afstudeerproject. Na nog eens gedurende vier jaar lessen te hebben gevolgd aan het Lemmens Instituut te Leuven, was Adrie volledig bevoegd dirigent.

Al in maart 1979 presenteerde het nieuwe orkest zich tijdens het koffieconcert dat gegeven werd door het gemengd koor en de harmonie De Scheldezonen. Eind november speelde het orkest in de kerk waar St. Nicolaas door de Hoogerheidese kinderen werd verwelkomd. En in december volgde nog een optreden: tijdens de traditionele Scheldezonenavond. Op 1 januari 1980 telde het leerlingenorkest vierenzestig muzikanten, en daarom moesten dat jaar extra instrumenten worden gekocht of gehuurd. Naast een grote financiële belasting voor de vereniging, betekende dit helaas tevens een grote verscheidenheid in de kwaliteit van de instrumenten. In de volgende jaren werden door het leerlingenorkest twee tot drie  optredens per jaar verzorgd,  zowel in de regio als ver daarbuiten. Zo werd er o.a. deelgenomen aan het jeugdorkestenfestival in Neerkant. In het Limburgse Meyel werd door de vijftig leerlingmuzikanten op uitbundige wijze het nummer “Rock around the clock” gespeeld. De plaatselijke pers sprak de volgende dag over “een bombastisch overgewicht aan geluid, zodat de stof uit de balken kwam”!

Het vijf-jarig bestaan van het leerlingenorkest, in 1983, werd gevierd met een concert en een feestavond. Aan het concert werd o.a. ook deelgenomen door het koperblazersensemble van de Bergse muziekschool, dat ook aanwezig was bij de eerste ledenwerfaktie. Op de feestavond werd opgetreden door de High Moor Big Band, die voor een groot deel werd gevormd door Scheldezonen-muzikanten uit harmonie en leerlingenorkest.
De eerste keer dat het orkest deelnam aan een concours, was men ingedeeld in de introductie-afdeling, maar op 4 juni 1989 in Etten-Leur werd reeds deelgenomen in de derde afdeling, met een goede eerste prijs als resultaat. De groei en bloei van het orkest zette zich voort, zodat men op 9 juni 1991 promoveerde naar de tweede afdeling.

In 1987 werd door de heren Janssens en Van Genderen een nieuw initiatief ontwikkeld: de inmiddels traditionele “voorspeelmiddag”. Leerlingen van alle niveaus kunnen zich dan individueel of in een klein ensemble presenteren voor een publiek, dat bestaat uit familie en collega-muzikanten. Daarnaast ontvangen zij een beoordeling met opbouwende kritiek door een vakkundige jury. Het oorspronkelijk doel van de voorspeelmiddag was om de muzikanten voorzichtig kennis te laten maken met “solistenconcoursen”. Maar de voorspeelmiddag bleek op veel meer manieren positief uit te werken:  het intensieve repeteren voor deze gelegenheid zorgt voor een algehele verbetering van de muzikale prestaties van de muzikant. Bovendien is het een unieke ervaring om als solist op een podium te staan, eventueel zelfs met begeleiding door een pianist! Maar het is vooral ook heel motiverend om eens op een heel àndere manier muziek te maken.
Op zeker moment waren er zoveel leden dat het leerlingenorkest, het B-orkest, verder werd opgesplitst zodat ook een C-orkest ontstond. Omdat ’t Trefpunt hiervoor niet voldoende ruimte bood, werden de repetities ook gehouden op het kantoor van Bartels en in de pastorie.

Inmiddels is gebleken dat een leerlingenorkest een tamelijk hoog ledenverloop kent, met name onder de jeugdige muzikanten. Deze beginnen op ongeveer twaalfjarige leeftijd met de opleiding, en zijn na drie tot vijf jaar op “harmonieniveau”, maar na de middelbare school zijn een vervolgstudie of  loopbaan meestal een belangrijke reden om de muziekactiviteiten op een lager pitje te zetten. Dit leidde ertoe dat eind 1995 het leerlingenorkest nog slechts elf leden telt, maar men verwacht volgend jaar te beginnen met een nieuwe opleiding.

 


Die Edelweiss Buben

Een tiental harmonieleden dat deel uitmaakte van dweilorkest ‘t Ouw Aremenieke, richtte in 1973 ook een Beierse kapel op. Er werd opgetreden onder de naam Edelweiss Niewijs, in de uniformen van de harmonie. De kapel stond onder muzikale leiding van Adrie Schuurbiers.

In juli 1974 werden uniformen in Beierse stijl aangekocht. Toen werd ook de naam van de kapel gewijzigd in Die Edelweiss Buben. Nelly Goossens maakte voor hen een prachtig eigen vaandel.
Jaarlijks verzorgt de kapel vele optredens. Van dicht bij huis, op de jaarlijkse Tonpraotavend, tot buiten de landsgrenzen. Ieder jaar gaat het gezelschap voor enkele dagen naar Bernkastel-Kues in de Duitse Moezelstreek, om daar enkele optredens te verzorgen op de “Weinfeste”. In de eerste jaren was dat zelfs als enige Nederlandse kapel, temidden van vele Duitse en enkele Belgische, Franse en Amerikaanse collega-muzikanten.

Op het programma van de Buben staat vooral Egerländer Musik en muziek uit Ober-Bayern, en daarnaast vele bekende walsen. Ook werden muzikale acts ingevoerd, met aambeeld slaan en houtzagen.
De algehele leiding, die eerst in handen was van Adrie Schuurbiers, werd na enkele jaren overgedragen aan Gabriël Lambregts.

In 1994 heeft de kapel zich in goed overleg afgescheiden van De Scheldezonen. Die Edelweiss Buben gaan in 1996 voor de 22e keer naar de wijnfeesten in Bernkastel, en vieren dit jaar hun 23-jarig bestaan. De laatste jaren is het repertoire wat gewijzigd, en omvat nu ook Tsjechische volksmuziek.

 


Het Vaandel

Het originele, uit 1896 stammende vaandel ging in de Tweede Wereldoorlog tijdens de gevechtshandelingen rond Woensdrecht verloren. Vanaf die tijd werd daarom een groene vlag met opschrift Fanfare De Scheldezonen meegedragen. Als vaandeldragers zijn ons bekend Janus en Piet Soffers, A. Pals en J. Verswijveren.

Het verkrijgen van een nieuw vaandel, identiek aan het oude, was niet alleen moeilijk maar vooral ook erg duur. Tot een van de leden besefte dat zijn zuster Nelly Goossens-Van Gils zeer bekwaam was in het borduren, en dat haar echtgenoot Frans Goossens bij familie en kennissen bekend stond als een befaamd knutselaar. De eerste contacten werden reeds gelegd in 1969, maar het duurde nog vele maanden voordat de eerste borduursteken werden gemaakt.

De voorbereiding van de werkzaamheden nam veel tijd in beslag. Mevrouw Goossens nam dan ook geen enkel risico toen zij het karwei aanvaardde. Zij kocht een paar monsters goud- en zilverdraad en hing die enige tijd buiten om te zien hoe de kwaliteit zich in verschillende weers- en lichtomstandigheden zou houden. De uitverkoren draadsoorten bleken niet in Nederland verkrijgbaar, maar er was op dit punt geen concessie mogelijk, en dus werd de bestelling in het buitenland gedaan. De lange levertijden werden dan maar voor lief genomen.

Een vaandel borduren is monnikenwerk en het borduurwerk vereiste een immense hoeveelheid geduld en concentratie van de handwerkster. Het patroon werd getekend door kunstenaar Jac van Nes, vanaf een foto van het oude vaandel. Stofknippen werd door de heer Goossens gedaan. Om het werken met een grote lap fluweel te vergemakkelijken, construeerde hij een groot raamwerk waarop de lap werd vastgezet. De heer en mevrouw Goossens hebben ruim twee jaar aan het vaandel gewerkt, en dit gemiddeld twee tot drie uur per dag. De complete stellage stond al die tijd in de woonkamer opgesteld.
Een dergelijke prestatie verdient ruime waardering. De overhandiging van het vaandel ging dan ook gepaard met een feestelijke ceremonie.

De officiële overdracht van het vaandel vond plaats in oktober 1972 voor het woonhuis van de familie Goossens in de Papaverstraat in Bergen op Zoom. In aanwezigheid van de gehele vereniging werd het vaandel overgedragen aan het bestuur en vaandeldrager A. Groffen.
Als symbolische dankbetuiging werd aan de heer en mevrouw Goossens het ere-lidmaatschap van de vereniging toegekend. Het vaandel werd met een aantal instrumenten en uniformen gedurende een week tentoongesteld in de etalage van J. van de Ven Mode in de Raadhuisstraat.
Dat door het echtpaar Goossens wel een zeer bijzondere prestatie werd verricht, werd niet alleen door De Scheldezonen erkend. De NOS maakte voor het televisieprogramma “Van Gewest tot Gewest” opnamen van de overdracht. Jaren later is het vaandel nog eens op televisie te zien geweest, in de nieuwsuitzending over het Koninginnedag-defilé in 1974, waaraan ook De Scheldezonen deelnamen.

Het vaandel is van donkergroen fluweel met erop geborduurd een duif met een zon, een banier met de naam “Hoogerheide” er in en daaronder een aantal muziekinstrumenten en een muziekboek in een lauwerkrans van eikebladeren. Tussen sierlijke krullen prijkt de naam “De Scheldezonen” en het oprichtingsjaar 1896. Het doek is 1.95 m. hoog en 1.06 m. breed. Er is tenminste tweeduizend meter goud- en zilverdraad in verwerkt.
Het Scheldezonen-vaandel was het eerste uit een hele serie vaandels die door Frans en Nelly Goossens zijn gemaakt. Ook de Edelweiss Buben, evenals tenminste nog zeven andere verenigingen uit de regio, dragen trots een door hen vervaardigd vaandel.

Nelly en Frans Goossens hebben met het maken van het Scheldezonen-vaandel een grote binding gekregen met de vereniging. Nelly zong jarenlang in het gemengd koor, en speelt inmiddels al jarenlang bas-klarinet. Frans heeft van 1972 tot 1992 met gepaste trots het vaandel gedragen bij alle mogelijke optredens van de vereniging. Frans Goossens werd opgevolgd door Remco Koolen. Sinds december 1995 wordt het vaandel gedragen door Marcel Vriens.

 


De Scheldezonen anno 1996

Dit jaar zullen De Scheldezonen weer meewerken aan vele plaatselijke evenementen zoals Koninginnedag, Dodenherdenking, Sinterklaasintocht en gouden bruiloften (op verzoek). Ook zal de vereniging optreden als mede-organisator van de Lentefeesten.

De Scheldezonen zijn gevestigd in ‘t Trefpunt, waar Ad en Rina Verbeek op vele manieren medewerking aan de activiteiten verlenen.

De leden zetten zich met veel enthousiasme in voor één of meerdere afdelingen van hun vereniging. Zo wordt door een tiental leden van de harmonie een Kerst-ensemble gevormd, dat sfeervolle optredens verzorgt op kerstmarkten en -vieringen in de regio. Ook wordt ieder jaar een carnavalsorkest gevormd door de leden van het leerlingen- orkest, de harmonie en het tamboerkorps.

In het leerlingenorkest is nu nog slechts een kleine groep muzikanten verenigd. Op korte termijn zal een nieuwe opleiding worden gestart, om zodoende de continue stroom van beginnende muzikanten via leerlingenorkest naar harmonie te behouden.

Het tamboerkorps neemt dit voorjaar deel aan de Nederlandse Kampioenschappen in Nederweert, en ook de majorettes gaan op concours. Voor diverse leden staat dit jaar bovendien deelname aan een solistenconcours op de agenda.

Het Activiteitencomité (AC) geeft praktische ondersteuning aan het bestuur bij de organisatie van evenementen binnen de vereniging zoals de carnavals- en Sinterklaasviering, de Bindingsdag en de jaarlijkse Scheldezonenavond. Ook onderhoudt dit comité de contacten met de sponsors van de vereniging, wiens financiële medewerking onmisbaar is. Een commissie binnen het AC verzorgt bovendien de uitgave van het verenigingsblad De Binding.

Onder de dynamische en vakkundige leiding door het huidige bestuur, is muziekvereniging De Scheldezonen anno 1996 een bloeiende en groeiende vereniging van honderd jaar jong!

 


Voorzitters door de jaren heen

  • W.J. Melsen
  • J. van de Kerkhof
  • Appelboom
  • J. Goris
  • G. van de Heuvel
  • E. Verrest
  • Th. Jacobs      1948-1968
  • W. de Bruyn   1968-1977
  • A. Janssens    1977-1990
  • J. Joosen        1990-heden

Ere-voorzitters: de voormalige burgemeesters Rubert en Mazairac en oud-voorzitter Piet Soffers.
Ere-leden: de heer E. Verrest, de heer J. Soffers sr., oud-burgemeester J. de Leeuw, de heer en mevrouw F. Goossens, de heer W. van Diejen.

 


Secretarissen - Penningmeesters

  • J.B. Soffers                       penningmeester
  • J. Verdult                          secretaris
  • J. Christ                            secr/penningm.
  • J.A. van Raay                    secr/penningm.          1930-1957
  • C. Elzakker                       penningmeester
  • M. de Vos                         secretaris                   1957/58
  • C.L. van Terheyden          secr/penningm.           t/m juli 1966
  • G.A. Backx                        secr/penningm.          1966-1971 / secretaris                    tot 1974
  • W. van Diejen                   penningmeester        1971-1983 / 2e penningmeester    1983-1989
  • J. Kil                                 1e penningmeester     1983-1987
  • A. van Raam                    1e penningmeester     1987-1989
  • J. Bartels                          secretaris                   1974-1979
  • M. Kuijl                             secretaris                   1980-1982
  • F. van Beveren                 secretaris                   1982-1987
  • P. van de Kamp                secretaris                   1987-1990
  • A. Janssens                      secretaris                   1990-1993
  • Mw. R. van der Linden      secretaris                   1993-heden
  • J. Faes                              penningmeester         1989-heden

 


Tenslotte...

De Scheldezonen 1896-1996  -  100 jaar in vogelvlucht:
In dit boekje geven we een indruk van honderd jaar geschiedenis in hoofdlijnen. Er is niet te diep ingegaan op details en anecdotes, tenslotte heeft ieder zijn eigen herinneringen aan bepaalde periodes en gebeurtenissen, en wij hopen dat die door het lezen van dit boekje worden opgeroepen en uitgewisseld.
De informatie, die is gebruikt voor de samenstelling van dit boekje, is afkomstig uit interviews, kranteknipsels en het verenigingsarchief. Indien belangrijke informatie onjuist of niet is weergegeven, vragen wij u dit door te geven aan het secretariaat van De Scheldezonen. Zo kan de geschiedenis van onze vereniging correct worden bewaard voor latere generaties.
 
 
Interviews en archiefonderzoek: Wies Joosen-de Wit, Esther van Ginneken-Landa, Pierre Rongen
Samenstelling en eindredaktie: Monique Wierckx-Joosen
Vormgeving: Leon Wierckx

M.m.v. Copy-Service Hans Scholtus te Bergen op Zoom en De Fotograaf Humphrey Hekhuizen te Hoogerheide 

Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door P.C. Soffers Aannemersbedrijf B.V. te Hoogerheide